« L'article 8, § 1, combiné avec l'article 3, § 1, litt. c, de l'ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 relative à la taxe régionale à charge des occupants d'immeubles bâtis et de titulaires de droits réels sur certains immeubles, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il conduit à taxer différemment les propriétaires d'un plateau dans un important immeuble de bureaux selon que ces propriétaires ont ou non d'autres plateaux en propriété dans le même immeuble, au point de faire parfois même échapper à la taxe la majorité des propriétaires
d'un tel immeuble, pourtant de taille imposante ...[+++], pour le motif que cet immeuble bâti, non affecté au logement, est découpé en plateaux de 300 mètres carrés maximum et que bon nombre de ces plateaux appartiennent à des propriétaires différents, alors que l'objectif du législateur régional était de taxer plus lourdement les immeubles bâtis développant une surface importante s'ils ne constituent pas un complément indispensable à l'habitat ?« Schendt artikel 8, § 1, in samenhang met artikel 3, § 1, litt. c, van de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 23 juli 1992 b
etreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat de eigenaars van een oppervlakte in een groot kantoorgebouw verschillend worden belast naargelang die personen al dan niet eigenaar zijn van andere oppervlakten in hetzelfde gebouw, in die mate dat het merendeel van de eigenaars van een dergelijk gebouw, ondanks de aanzienlijke omvang er
...[+++]van, soms zelfs aan de belasting ontsnappen omdat dat gebouwd onroerend goed dat niet voor huisvesting is bestemd, is ingedeeld in oppervlakten van hoogstens 300 vierkante meter en veel van die oppervlakten aan verschillende eigenaars toebehoren, terwijl het doel van de gewestwetgever erin bestond de gebouwde onroerende goederen met een grote oppervlakte, indien die niet op onmisbare wijze complementair zijn aan de woonfunctie, zwaarder te belasten ?