Quand, en Commission de révision de la Constitution et de la réforme des institutions de la Chambre, M. Gehlen a fait remarquer que la Communauté germanophone avait toujours fait l'objet d'une législation spécifique, le Premier ministre a répliqué que du point de
vue de la technique législative, toutes les incompatibilités des membres de la Chamb
re et des sénateurs devaient être réglées par la loi du 6 août 1931 et que les services chargés de la législation électorale insistaient pour que toutes les incompatibilités soient réunies dan
...[+++]s un seul texte (doc. Chambre, S.E. 1995, nº 106/10, p. 5).
Toen de heer Gehlen in de Kamercommissie voor de herziening van de Grondwet en de hervorming van de instellingen opmerkte dat de Duitstalige Gemeenschap steeds het onderwerp heeft uitgemaakt van een specifieke wetgeving, repliceerde de Eerste minister dat vanuit wetgevingstechnisch oogpunt alle onverenigbaarheden van kamerleden en senatoren moeten worden geregeld door de wet van 6 augustus 1931 en dat de met de kieswetgeving belaste diensten erop aandringen dat alle onverenigbaarheden in één enkele tekst opgenomen zijn (Gedr. St. Kamer, B.Z. 1995, nr. 106/10, p. 5).