L'article 19bis-13, § 3, alinéa 1, habilite le Roi à limiter l'intervention du Fonds de garantie à l'indemnisation du dommage résultant de lésions corporelles dans le cas visé à l'article 19bis-11, § 1, 7°, c'est-à-dire lorsque l'accident de roulage a été causé par un véhicule non identifié, sauf lorsque le Fonds indemnise en raison de lésions corporelles importantes, situation dans laquelle le dommage matériel doit également être réparé (article 19bis-13, § 3, alinéa 2).
Artikel 19bis-13, § 3, eerste lid, machtigt de Koning ertoe de tegemoetkoming van het Waarborgfonds te beperken tot de vergoeding van de schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels in het geval bedoeld in artikel 19bis-11, § 1, 7°, namelijk het geval waarin het verkeersongeval door een niet-geïdentificeerd voertuig is veroorzaakt, behalve wanneer het Waarborgfonds vergoedt vanwege aanzienlijk lichamelijk letsel, situatie waarin de materiële schade ook dient te worden vergoed (artikel 19bis-13, § 3, tweede lid).