Les services de renseignement et de sécurité peuvent observer une ou plusieurs personnes, leur présence ou leur comportement, des choses, des lieux ou des événements présentant un intérêt pour l'exercice de leurs missions, soit, à l'aide de moyens techniques, dans des lieux publics ou dans des lieux privés accessibles au public, soit, à l'aide ou non de moyens techniques, de lieux privés non accessibles au public.
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten kunnen een of meer personen, hun aanwezigheid of hun gedrag, zaken, plaatsen of gebeurtenissen die een belang vertonen voor de uitoefening van hun opdrachten observeren ofwel, met behulp van technische middelen, in publieke plaatsen of in private plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek, ofwel, al dan niet met behulp van technische middelen, de private plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het publiek.