La France conteste également l’argument avancé par CFF sur la non-applicabilité au cas d’espèce de l’approche ABX, reposant notamment sur l’analyse des coûts de liquidation effectifs de la SNCM et sur le risque que l’État aurait pu être considéré responsable du passif de l’entreprise au titre d’une action en comblement de passif telle que prévue par les procédures collectives françaises et confirmée par la jurisprudence nationale (arrêt de la Cour d’appel de Rouen du 22 mars 2005).
Frankrijk bestrijdt eveneens de stelling van CFF dat de ABX-beschikking niet op het onderhavige geval van toepassing zou zijn. Daarbij wordt met name gekeken naar de daadwerkelijke kosten van een eventuele liquidatie van de SNCM en het risico dat de staat aansprakelijk had kunnen worden gesteld voor de schulden van de onderneming in het kader van een rechtsvordering tot aanzuivering van de passiva zoals bedoeld in de collectieve Franse procedures en bekrachtigd in de nationale jurisprudentie (arrest van het Gerechtshof van Rouen van 22 maart 2005).