Ainsi, ils ont prétendu qu’une partie au moins de la diminution des prix et de son effet préjudiciable pour l’industrie communautaire n’aurait pas dû être attribuée au dumping pratiqué par les exportateurs en République populaire de Chine et en Thaïlande, mais à cette évolution des taux de change (dans le cas de la République populaire de Chine en particulier en raison de l’arrimage du yuan au dollar américain).
Deze partijen voerden derhalve aan dat de prijsdaling en de schadelijke gevolgen hiervan voor de bedrijfstak van de Gemeenschap, tenminste voor een deel, niet aan dumpingpraktijken van de Chinese en Thaise exporteurs maar aan koersschommelingen (wat China betreft vooral ook door de koppeling van de Yuan aan de USD) moesten worden toegeschreven.