Dès le moment où la Belgique a autorisé de ne plus exiger de visas par exemple pour les ressortissants issus de Pologne et où l'on sait que la main-d'oeuvre polonaise a dopé le marché des entreprises de la construction, n'est-il pas plus clair, dans le cadre des relations entre l'Europe occidentale et l'Europe de l'Est, de dire qu'un certain nombre de visas pour du travail en Belgique pour une durée donnée est une façon de sortir de cette sorte d'économie souterraine ?
Nu België heeft toegestaan geen visum meer te eisen voor Poolse staatsburgers bijvoorbeeld en het bekend is dat de Poolse arbeidskrachten een doping betekenen voor de markt van de bouwbedrijven kan immers in het raam van de betrekkingen tussen West- en Oost-Europa even duidelijk worden gesteld dat een bepaald aantal visa om een bepaalde tijd in België te gaan werken een manier vormt om uit dit soort ondergrondse economie te geraken ?