2. Par dérogation au paragraphe 1, il est possible, à titre exceptionnel, d’établir une attestation d’origine après l’exportation (attestation délivrée a posteriori) à condition que celle-ci soit présentée dans l’État membre de la déclaration de mise en libre pratique dans un délai maximal de deux ans après l’exportation.
2. In afwijking van lid 1 kan een attest van oorsprong bij uitzondering ook na de uitvoer worden opgesteld („verklaring achteraf”), mits het in de lidstaat van aangifte voor het vrije verkeer niet langer dan twee jaar na de uitvoer wordt aangeboden.