Le Tribunal constitutionnel a considéré que, conformément au droit de l’Union, un mandat d’arrêt européen ne peut être exécuté s’il ne répond pas aux exigences prévues dans la décision-cadre, ou si l’extradition entraînait une violation des droits fondamentaux de l’Union.
Het constitutionele hof besliste dat, krachtens het recht van de Unie, een Europees aanhoudingsbevel niet ten uitvoer kan worden gelegd indien het niet voldoet aan de vereisten van het kaderbesluit of indien de uitlevering een schending van de grondrechten van de Unie inhoudt.