- les investissements relatifs au mobilier, aux équipements et aux machines ou les investissements incorporels, justifiés par une augmentation des activités de l'entreprise ou une future augmentation des activités de l'entreprise, pour autant qu'il ne s'agisse pas d'investissements tels que visés à l'article 5, 1°, du présent arrêté;
- de investeringen met betrekking tot het meubilair, de uitrustingen en de machines of de immateriële investeringen, gerechtvaardigd door een stijging van de activiteiten van de onderneming of een toekomstige verhoging van de activiteiten van de onderneming, voor zover het niet gaat over investeringen zoals aangehaald door artikel 5, 1°, van dit besluit;