D. considérant que l'Iran s'est engagé à respecter le Pacte sur les droits civils et politiques, auprès de la communauté internationale, et que ce pacte interdit l'application de la peine de mort pour des crimes d'adultère (article 6), condamne toute forme de torture, y compris dans ses formes les plus barbares telle la lapidation (article 7), et rejette toute condamnation à l'encontre de présumés coupables intervenue sur la base d'aveux obtenus sous la torture,
D. overwegende dat Iran de internationale gemeenschap beloofd heeft het Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten te eerbiedigen, en dat dit verdrag de toepassing van de doodstraf voor overspel verbiedt (artikel 6), elke vorm van foltering, zoals steniging, één van de meest barbaarse vormen van marteling, veroordeelt (artikel 7), en alle veroordelingen van vermeende misdadigers die gebaseerd zijn op door middel van foltering verkregen bekentenissen, verwerpt,