1. Les pays tiers qui ont été reconnus conformément à la procédure visée à l'article 18, paragraphe 3, point b), y compris ceux visés à l'article 18, paragraphe 3, point f), font l'objet d'une réévaluation régulière, au moins tous les cinq ans, par la Commission, avec l'aide de l'Agence, afin de vérifier qu'ils remplissent les critères appropriés de l'annexe II et si les mesures appropriées de prévention des fraudes en matière de brevets d'aptitude ont été prises.
1. Derde landen, inclusief de landen waarnaar in artikel 18, lid 3, letter f) wordt verwezen, die overeenkomstig de procedure van artikel 18, lid 3, onder b), zijn erkend, worden op gezette tijdstippen en ten minste om de vijf jaar door de Commissie, bijgestaan door het agentschap, beoordeeld om na te gaan of zij aan de desbetreffende criteria van bijlage II voldoen, en of passende maatregelen zijn genomen om fraude met vaarbevoegdheidsbewijzen te voorkomen .