Les première et deuxième cotisations peuvent être payées jusqu'au 31 décembre de l'année suivant l'année dans laquelle la personne a atteint l'âge de vingt-six ans, sans que la personne n'encoure une suspension avec perte des droits, telle que visée à l'article 10, § 3, du décret et sans que les années entrent en ligne de compte pour l'amende administrative, mentionnée à l'article 21bis du décret.
De eerste en tweede bijdrage kunnen worden betaald tot en met 31 december van het jaar na het jaar waarin de persoon zesentwintig jaar is geworden, zonder dat de persoon een opschorting met verlies van rechten oploopt, als vermeld in artikel 10, § 3, van het decreet, en zonder dat de jaren in aanmerking komen voor de administratieve geldboete, vermeld in artikel 21bis van het decreet.