Par la suite, il est apparu clairement qu'en cas de procédure de dégrèvement d'office, l'administration avait l'obligation de restituer l'impôt indûment perçu et le contribuable avait droit à cette restitution (Doc. parl., Chambre, 1956-1957, n° 415-1, p. 3).
Nadien is duidelijk gebleken dat in geval van een procedure van ontheffing van ambtswege de administratie de verplichting had de ten onrechte geheven belasting terug te betalen en dat de belastingplichtige recht had op die terugbetaling (Parl. St., Kamer, 1956-1957, nr. 415-1, p. 3).