Art. 7. Lorsque les nécessités du service le justifient, le premier président peut, soit d'office ou à la demande d'un président de chambre, après avoir pris l'avis du procureur général et du greffier en chef, décider de modifier temporairement le nombre de chambres et leurs attributions ainsi que le nombre des audiences pour autant que cette modification ne puisse avoir effet d'abroger les chambres concernées.
Art. 7. Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de eerste voorzitter hetzij van ambtswege of op verzoek van een kamervoorzitter, na het advies van de procureur-generaal en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, hetzij op verzoek van de procureur-generaal en na het advies van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen het aantal kamers, hun bevoegdheid en het aantal zittingen voorlopig te wijzigen voorzover dat deze wijziging niet de opheffing van de betrokken kamers tot gevolg heeft.