Par des lettres du 18 juin 2007, en considération du fait que le Tribunal avait reproché à la quatrième chambre de recours de l’OHMI d’avoir fondé ses décisions sur des preuves qui n’avaient pas été préalablement portées à la connaissance de Freixenet, la première chambre de recours de l’OHMI a transmis à cette dernière les illustrations des bouteilles qui étaient citées dans les décisions de la quatrième chambre de recours annulées par le Tribunal ainsi que les adresses des liens Internet cités dans les décisions de l’examinateur du 29 novembre 2000.
Zich rekenschap gevend van het feit dat het Gerecht de vierde kamer van beroep van het BHIM had verweten dat deze haar beslissingen had gegrond op bewijs dat niet van tevoren ter kennis van Freixenet was gebracht, heeft de eerste kamer van beroep van het BHIM bij brieven van 18 juni 2007 aan Freixenet de afbeeldingen van flessen toegezonden die waren aangehaald in de beslissingen van de vierde kamer van beroep die door het Gerecht waren vernietigd, alsook de adressen van de internetlinks die in de beslissingen van de onderzoeker van 29 november 2000 waren aangehaald.