21. souligne que les partenaires transatlantiques devraient s'employer conjointement à engager un débat en profondeur sur les nouvelles menaces en matière de sécurité, afin de définir une position commune, prenant en compte les traités en vigueur sur la non-prolifération et le désarmement, en vue de prévenir toute militarisation de l'espace et la prolifération d'armes de destruction massive, de quelque nature que ce soit;
21. onderstreept dat de transatlantische partners moeten samenwerken en een brede discussie moeten aangaan over de nieuwe bedreigingen op het gebied van de veiligheid teneinde onder inachtneming van de bestaande nonproliferatie- en ontwapeningsverdragen een gemeenschappelijk standpunt te kunnen uitwerken om militarisering van de ruimte en proliferatie van alle soorten massavernietigingswapens tegen te gaan;