12. rappelle que, le 16 juillet 20
14, le Conseil de l'Union européenne a levé l'embargo sur les armes à destination de l'Ukraine et qu'il n'y a désormais plus aucune objection, ni restrictions juridiques, à ce que les États membres fournissent des armes de défense à l'Ukraine, une livraison qui pourrait être fondée sur un accord de type "prêt-bail"; estime que la tâche immédiate est de renforcer les capacités de défense de l'Ukraine, comme le demandent ses autori
tés, et que l'Union devrait analyser les moyens de
venir ...[+++] en aide au gouvernement ukrainien pour renforcer ses capacités de défense et la protection de ses frontières extérieures, en s'appuyant sur l'expérience que représente la transformation des forces armées des États membres de l'Union qui relevaient de l'ancien Pacte de Varsovie, en particulier dans le cadre de missions de formation déjà fournies à des forces armées dans d'autres parties du monde; 12. herinnert eraan dat de Raad van de Europese Unie op 16 juli het wapenembargo tegen Oekraïne heeft opgeheven en dat er nu bijgevolg voor lidstaten geen bezwaren of juridische beperkingen kleven aan de levering van defensieve wapens aan Oe
kraïne, hetgeen zou kunnen worden gebaseerd op een soort "leen-en-pacht
"-regeling; is van mening dat de versterking van de Oekraïense defensiecapa
citeiten, waarom is gevraagd door de Oekraïense ...[+++]autoriteiten, absolute prioriteit verdient en dat de EU manieren moet onderzoeken om de Oekraïense regering te ondersteunen bij de versterking van haar defensiecapaciteiten en de bescherming van de buitengrenzen, op basis van de ervaringen die zijn opgedaan met de transformatie van de strijdkrachten van de EU-lidstaten die vroeger deel uitmaakten van het Warschaupact, met name binnen het kader van reeds voorziene trainingsmissies voor strijdkrachten in andere delen van de wereld;