L'article 61/11 de la loi de 1980 prévoit que tout chercheur étranger non ressortissant de l'Union européenne qui a conclu une convention d'accueil avec un organisme de recherche agréé en Belgique en vue d'y mener un projet de recherche, obtient une autorisation de séjour s'il ne se trouve pas dans un des cas prévus à l'article 3, alinéa 1, 5° à 8°, de la loi et s'il produit les documents suivants :
Artikel 61/11 van de wet van 1980 voorziet dat elke buitenlandse onderzoeker die geen onderdaan is van de Europese Unie en die, met het oog op het uitvoeren van een onderzoeksproject, een gastovereenkomst heeft afgesloten met een in België erkende onderzoeksinstelling een machtiging tot verblijf bekomt indien hij zich niet bevindt in één van de gevallen die voorzien worden in artikel 3, eerste lid, 5° tot 8°, van de wet en indien hij de volgende documenten overlegt :