21. prie instamment les États membres de l'Organisation de l'Unité africaine, et notamment le Soudan, la Sierra Leone, le Liberia et l'Angola, de coopérer afin de veiller à ce que les enfants qui ont servi comme soldats soient démobilisés et reçoivent un soutien adéquat en vue de leur réadaptation et de leur réinsertion sociale;
21. doet een beroep op de OAE‑lidstaten, en met name Soedan, Sierra Leone, Liberia en Angola, over te gaan tot samenwerking om ervoor te zorgen dat kinderen die als kindsoldaat zijn ingezet, worden gedemobiliseerd en de juiste steun krijgen voor hun rehabilitatie en sociale herintegratie;