L'absence, notamment, d'une marge d'appréciation pour le juge violerait le principe d'égalité et de non-discrimination dans l'hypothèse de la disposition en cause, en ce qu'il ne peut être tenu compte de circonstances atténuantes ou de la réconciliation après les faits, alors que le juge pourrait examiner de telles circonstances dans le cadre de la cause d'exclusion prévue par l'article 301, § 2, alinéa 2, du Code civil.
Met name zou de afwezigheid van een rechterlijke beoordeling in de hypothese van de in het geding zijnde bepaling het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden, doordat geen rekening kan worden gehouden met verzachtende omstandigheden of met verzoening na de feiten, terwijl de rechter dergelijke omstandigheden wel zou kunnen onderzoeken in het kader van de uitsluitingsgrond waarin artikel 301, § 2, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek voorziet.