A cet effet, une exigence de solvabilité notionnelle est c
alculée pour chaque établissement de crédit, équivalant aux exigences de fonds pr
opres auxquelles il doit répondre en vertu de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de
crédit, pour les établissements de
crédit situés en Belgique et de la directive 2000/12/CEE, pour les établissements de
crédit situés dans un autre état membre de la C. E.E. Pour ce qui concer
...[+++]ne les établissements de crédit situés sur le territoire d'un état non membre de la C. E.E., l'exigence de solvabilité notionnelle sera équivalente au montant obtenu par l'application des dispositions en vigueur dans cet état concernant l'exigence de fonds propres bancaire à condition que ce montant soit au moins égal à celui obtenu par application des règles de la directive 2000/12/CEE.Daartoe wordt een theoretische solvabiliteitsvereiste berekend voor iedere kredietinstelling, gelijkwaardig aan de vereisten inzake eigen vermogen waaraan zij dient te voldoen krachtens de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, voor de kredietinstellingen gelegen in België en krachtens de richtlijn 2000/12/EEG, voor de kredietinstellingen gelegen in een andere Lid-Staat van de E.E.G. Voor de kredietinstellingen gelegen op het grondgebied van een staat die geen lid is van de E.E.G., zal de theoretische solvabiliteitsvereiste gelijkwaardig zijn aan
het bedrag bekomen door toepassing van de in de
...[+++]ze staat van kracht zijnde bepalingen betreffende de vereiste van eigen bancair vermogen op voorwaarde dat dit bedrag minstens gelijk is aan het bedrag bekomen door toepassing van de regels van de richtlijn 2000/12/EEG.