L'article 365, § 2, alinéa 1, a), a par conséquent été modifié par la loi-programme du 27 décembre 2004 de manière que « le temps de l'inscription au barreau, ainsi que l'exercice de la charge de notaire par un docteur, un licencié ou un master en droit » entrent en ligne de compte pour le calcul de l'ancienneté d'un magistrat.
De programmawet van 27 december 2004 heeft artikel 365, § 2, eerste lid, a), dan ook gewijzigd in de zin dat voor de berekening van de anciënniteit van een magistraat in aanmerking wordt genomen « de tijd van inschrijving bij de balie, evenals de uitoefening van het ambt van notaris door een doctor, licentiaat of master in de rechten ».