Vice-président du Tribunal de première instance d'Eupen depuis janvier 1988, il avait vocation à le demeurer jusqu'à l'âge de la retraite, sous l'empire des dispositions anciennes, sauf s'il décidait lui-même d'y renoncer ou de postuler une autre fonction dans la magistrature.
Als ondervoorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg te Eupen sinds januari 1988 was hij, onder de gelding van de vroegere bepalingen, geroepen om dat te blijven tot de pensioenleeftijd, behoudens indien hij zelf ervan zou afzien of naar een andere functie in de magistratuur zou dingen.