Si les alinéas 1 , 2 et 3 ne peuvent être appliqués ou s'ils aboutissent à une pension inférieure, le conjoint survivant peut prétendre, selon le cas, à la pension de survie fixée pour une carrière complète conformément à l'article 131ter de la loi du 15 mai 1984, ou à une allocation de transition d'un montant de 9.648,57 euros.
Indien het eerste, het tweede en het derde lid niet kunnen toegepast worden of indien ze leiden tot een lager pensioen, kan de langstlevende echtgenoot aanspraak maken, naar gelang van het geval, op het overlevingspensioen voor een volledige loopbaan vastgesteld overeenkomstig artikel 131ter van de wet van 15 mei 1984,of op een overgangsuitkering van 9.648,57 euro.