L'article 24bis de la loi du 8 août 1997 tel qu'inséré par l
a loi du 20 juillet 2005 puis modifié par la loi du 20 juillet 2006 est-il contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne vise que la personne physique qui, à titre gratuit, s'est constituée sûreté per
sonnelle du failli, mais non le conjoint et l'ex-conjoint du failli, alors que, cette sûreté, à titre gratuit bénéficiera, dès le jugement déclaratif de faillite, d'une suspension des voies d'exécution tandis que le conjoint du failli (ou
...[+++]l'ex-conjoint) qui est personnellement obligé à la dette de son époux et qui pourra en être libérée par l'effet de l'excusabilité qui serait accordée à son époux, n'est pas à l'abri de toute procédure d'exécution jusqu'au jour où il sera statué sur l'excusabilité ?Is artikel 24bis van de wet van 8 augustus 1997, zoals ingevoegd bij
de wet van 20 juli 2005 en vervolgens gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het enkel betrekking heeft op de natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk zeker stelde vo
or de gefailleerde, maar niet op de echtgenoot of ex-echtgenoot van de gefailleerde, doordat die kosteloze borg vanaf het vonnis van faillietverklaring een opschorting van de middelen van tenuitvoerlegging geniet terwijl de echtgenoot v
...[+++]an de gefailleerde (of de ex-echtgenoot) die zich persoonlijk heeft verbonden tot de schuld van zijn echtgenoot en die daarvan kan worden bevrijd door de werking van de verschoonbaarheid die aan zijn echtgenoot zou worden toegekend, niet gevrijwaard is tegen elke procedure van tenuitvoerlegging tot op de dag waarop uitspraak zal worden gedaan over de verschoonbaarheid ?