13. réitère son appel aux États membres afin qu’ils améliorent l’apprentissage des langues dès le plus jeune âge, qu’ils mettent en place un système de reconnaissance de l’enseignement formel et informel, y compris de l’apprentissage tout au long de la vie, et en améliorent la coordination avec les besoins du marché du travail en vue
de créer une future main-d’œuvre possédant des qualifications comparables qui puisse profiter à un marché commun européen de l’emploi et améliorer les niveaux de productivité; insiste de surcroît sur la nécessité de poursuivre les efforts visant à accroître la corre
...[+++]spondance entre les systèmes de certification nationaux par l’intermédiaire du cadre européen des certifications; 13. herhaalt zijn oproep aan de lidstaten om het taalonderwijs vanaf zeer jonge leeftijd te verbeteren, om een systeem voor de erkenning van formeel en informeel onderwijs in te stellen, met inbegrip van een leven lang leren en in een andere lidstaat verworven competenties, en om het onderwijs beter af te stemmen op de behoeften van de a
rbeidsmarkt teneinde in de toekomst een beroepsbevolking te creëren met vergelijkbare kwalificaties die bevorderlijk kunnen zijn voor een gemeenschappelijke Europese arbeidsmarkt en die de productiviteit kunnen verhogen; wijst er bovendien op dat de inspanningen om de nationale kwalificatiesystemen via h
...[+++]et Europees kwalificatiekader op elkaar af te stemmen moeten worden voortgezet;