Une distinction entre étudiants étrangers ressortissants d'un autre Etat membre de l'Union européenne, d'une part, et non ressortissants d'un tel Etat, d'autre part, peut être objectivement et raisonnablement justifiée pour quatre raisons au moins : l'i
nsupportable charge financière d'un enseignement supéri
eur universellement accessible, l'absence complète de capacité contributive des étudiants étrangers, l'absence de réciprocité
et la nécessité de maintenir un accès ...[+++]à l'enseignement supérieur artistique ouvert à un maximum d'étudiants.
Een onderscheid tussen de buitenlandse studenten die onderdanen zijn van een andere Lid-Staat van de Europese Unie, enerzijds, en die welke geen onderdaan zijn van een dergelijke Staat, anderzijds, kan objectief en redelijkerwijze worden verantwoord om ten minste vier redenen : de ondraaglijke financiële last van een universeel toegankelijk hoger onderwijs, het totale gebrek aan bijdragecapaciteit van de buitenlandse studenten, het gebrek aan wederkerigheid en de noodzaak om het hoger kunstonderwijs toegankelijk te houden voor een maximum aan studenten.