Selon l'article 3 des statuts, coordonnés le 16 décembre 2005, « pour les personnes disparues entre l'âge de dix-huit ans et vingt-cinq ans, la fondation intervient à la demande des parents ou d'un intéressé direct, ou à la demande des autorités judiciaires pour autant que les majeurs disparus soient domiciliés au moment de la disparition chez et/ou à charge des personnes qui, durant la minorité ont exercé l'autorité parentale en droit ou en fait et jusqu'à ce qu'il apparaisse qu'il s'agit d'une disparition décidée de leur plein gré.
In artikel 3 van de statuten, gecoördineerd op 16 december 2005, staat het volgende : « Voor vermiste personen tussen achttien en vijfentwintig jaar komt de Stichting tussen op vraag van de ouders of een directe betrokkene, of op vraag van de gerechtelijke instanties voor zover de verdwenen meerderjarigen op het ogenblik van hun verdwijning gedomicilieerd zijn bij en/of ten laste zijn van de personen die tijdens hun minderjarigheid in rechte of in feite het ouderlijk gezag hebben uitgeoefend en tot blijkt dat het gaat om een zelf gekozen verdwijning.