Nonobstant les dispositions de l'article 2 de la présente annexe, le fonctionnaire qui reste en service après l'âge de la retraite a droit à une majoration de sa pension égale à 1,5 % du traitement de base pris en compte pour le calcul de la pension, par année de service après cet âge, sans que le total de sa pension avec la majoration puisse excéder 70 % de son dernier traitement de base au sens, selon le cas, du deuxième ou du troisième alinéa de l'article 77 du statut.
Niettegenstaande de bepalingen van artikel 2 van deze bijlage heeft de ambtenaar die na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd in dienst blijft, recht op een verhoging van het pensioen gelijk aan 1,5 % van het basissalaris aan de hand waarvan zijn pensioen wordt berekend voor ieder na deze leeftijd vervuld dienstjaar, onder de voorwaarde dat het totale pensioen vermeerderd met de verhoging niet meer bedraagt dan 70 % van zijn laatste basissalaris als bedoeld in de tweede alinea of de derde alinea, naar gelang van het geval, van artikel 77 van het statuut.