50. estime qu'il convient de soutenir et d'étendre les efforts de lutte contre la pauvreté et l'exclusion sociale afin d'améliorer la situation des personnes les plus exposées au risque de pauvreté et d'exclusion, telles que les travailleurs précaires, les chômeurs, les familles monoparentales, les personnes âgées qui vivent seules, les femmes, les enfants défavorisés, ainsi que les minorités ethniques, les personnes malades ou atteintes d'un handicap;
50. is van oordeel dat de inspanningen die worden geleverd om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden moeten worden gesteund en versterkt, teneinde de situatie van personen die het grootste risico lopen om in armoede en uitsluiting te vervallen, zoals werknemers zonder een vaste baan, werklozen, eenoudergezinnen, alleenstaande ouderen, vrouwen, kansarme kinderen, etnische minderheden, zieken of gehandicapten, te verbeteren;