b) toute personne aveugle ou malvoyante qui souhaite s'opposer au traitement visé par l'arrêté doit être censée satisfaire aux conditions fixées à l'article 12, § 1, alinéa 2, de la loi du 8 décembre 1992, inséré par la loi du 11 décembre 1998, et avoir par conséquent le droit de s'y opposer (point B5);
b) elke blinde of slechtziende persoon, die zich tegen de in het besluit beoogde verwerking wenst te verzetten, moet worden geacht te voldoen aan de voorwaarden, gesteld in artikel 12, § 1, tweede lid, van de wet van 8 december 1992, ingevoegd door de wet van 11 december 1998, en bijgevolg het recht te bezitten zich hiertegen te verzetten (punt B5);