Une exception connue en la matière est la théorie du mandat apparent, développée dans une jurisprudence circonstanciée de la Cour de cassation (Cass., 11 avril 1929; Cass., 29 avril 1953, Cass., 30 mai 1979; Cass., 20 juin 1988), selon laquelle le mandant est malgré tout tenu de respecter les engagements du mandataire si celui-ci est sorti des limites de ses compétences mais qu'au regard des circonstances, le tiers-cocontractant pouvait croire raisonnablement qu'il agissait dans les limites de sa compétence représentative.
Eén bekende uitzondering hierop vormt de leer van de schijnvertegenwoordiging, ontwikkeld in een uitvoerige cassatierechtspraak (Cass., 11 april 1929; Cass., 29 april 1953; Cass., 30 mei 1979; Cass., 20 juni 1988), volgens dewelke de lastgever toch gehouden is de verbintenis van de lasthebber na te komen wanneer de lasthebber buiten de perken van zijn bevoegdheid is getreden, maar de derde-medecontractant, gelet op de omstandigheden, naar redelijkheid kon geloven dat binnen de perken van de vertegenwoordigingsbevoegdheid werd opgetreden.