En disposant
que l'exécution du mandat d'arrêt européen peut être refusée
lorsque la personne « demeure dans l'Etat membre d'exécution, en est ressortissante ou y réside », l'article 4, point 6), de la décision-cadre « a notamment pour but de permettre à l'autorité judiciaire d'exécution d'accorder une importance particulière à la possibilité d'accroître les chances de réinsertion sociale de la personne recherchée à l'expiration de la peine à laquelle cette dernière a été condamnée » (CJCE, grande chambre, 17 juillet 2008
, Szymon Kozlowski, ...[+++]précité, point 45).
Door te bepalen dat de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel kan worden geweigerd wanneer de persoon « verblijft in of onderdaan of ingezetene is van de uitvoerende lidstaat », strekt artikel 4, punt 6), van het kaderbesluit « er in het bijzonder toe de uitvoerende rechterlijke autoriteit in staat te stellen een bijzonder belang te hechten aan de mogelijkheid de kansen op sociale re-integratie van de gezochte persoon na het einde van de straf waartoe deze is veroordeeld, te verhogen » (HvJ, grote kamer, 17 juli 2008, Szymon Kozlowski, reeds aangehaald, punt 45).