« Art. 173. Les juges au tribunal de la jeunesse et les juges d'appel de la jeunesse qui sont en fonction au moment de l'entrée en vigueur de l'article 259sexies du Code judiciaire, modifié par la présente loi, conservent leur mandat jusqu'à ce qu'il y soit mis fin, soit parce qu'ils donnent leur démission en tant que titulaire de ce mandat spécifique, soit parce qu'ils ont obtenu la mention « insatisfaisant » et que leur mandat n'est pas prolongé.
« Art. 173. De rechters in de jeugdrechtbank en de jeugdrechters in hoger beroep die in functie zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding van artikel 259sexies van het gerechtelijk wetboek, zoals gewijzigd door deze wet, behouden hun mandaat tot op het ogenblik dat er een einde aan gesteld wordt, hetzij doordat zij hun ontslag als houder van dit bijzonder mandaat geven, hetzij doordat zij de beoordeling « onvoldoende » ontvangen en hun mandaat niet verlengd wordt.