L'article 18, § 2, alinéa 2, du décret, en ce qu'il exige de certains mandataires qu'ils fassent une déclaration d'apparentement, viole aussi le principe de non-discrimination, en instaurant une différence de traitement injustifiée entre les mandataires communaux, selon qu'ils ont été élus ou non sur une liste possédant un numéro d'ordre commun.
Artikel 18, § 2, tweede lid (derde lid in de Nederlandse vertaling), van het decreet, doordat het van sommige mandatarissen eist dat zij een verklaring van lijstverbinding afleggen, schendt ook het beginsel van niet-discriminatie, door een onverantwoord verschil in behandeling in te voeren onder de gemeentemandatarissen, naargelang zij al dan niet werden verkozen op een lijst met een gemeenschappelijk volgnummer.