Art. 25. Sans préjudice des compétences d'autres autorités et des compétences propres de l'instance compétente, définies au chapitre III, l'instance compétente est mandatée, en vue de l'assistance à la navigation, pour imposer des obligations telles que visées à l'article 13, alinéa trois, de la loi du 11 avril 1989 portant approbation et exécution de divers Actes internationaux en matière de navigation maritime.
Art. 25. Onverminderd de bevoegdheden van andere overheden en de eigen bevoegdheden van de bevoegde instantie, bepaald in hoofdstuk III, is de bevoegde instantie met het oog op de begeleiding van de scheepvaart bevoegd voor het opleggen van verplichtingen als vermeld in artikel 13, derde lid, van de wet van 11 april 1989 houdende goedkeuring en uitvoering van diverse internationale akten inzake de zeevaart.