Art. 3. Si un centre public d'action sociale ne manifeste aucune réaction dans un délai de 150 jours, suivant la notification d'un arrêté de suspension de l'exécution d'une délibération, le directeur de la direction de la tutelle sur les centres publics d'action sociale, ou son remplaçant, tel que défini à l'article 1, peut notifier à celui-ci que la délibération en cause est nulle de plein droit, au nom des membres du Collège réuni compétents pour l'aide aux personnes.
Art. 3. Indien een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn niet reageert binnen een termijn van 150 dagen, nadat zij in kennis werd gesteld van een schorsingsbesluit van de uitvoering van een beraadslaging, is de directeur van de dienst toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of zijn vervanger, zoals gedefinieerd onder artikel 1, ertoe gemachtigd om het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn er kennis van te geven dat de bedoelde beraadslaging van rechtswege nietig is, in naam van de leden van het Verenigd College bevoegd voor bijstand aan personen.