Les parties requérantes estiment qu'elles sont atteintes de manière discriminatoire dans leur droit à bénéficier d'un environnement sain, d'autant plus que, selon elles, la disposition décrétale attaquée constituerait un recul par rapport à celle qu'elle a modifiée, cette dernière prévoyant, seulement à titre transitoire et jusqu'à l'adoption du plan des C. E.T., qu'il puisse être dérogé aux prescriptions de l'article 24, § 2, du décret du 27 juin 1996 précité.
De verzoekende partijen zijn van mening dat op discriminerende wijze afbreuk wordt gedaan aan hun recht om een gezond leefmilieu te genieten, des te meer daar, volgens hen, de aangevochten decreetsbepaling een teruggang zou betekenen ten aanzien van de door haar gewijzigde bepaling, aangezien die, enkel bij wijze van overgang en tot aan de aanneming van het plan van de C. T.I'. s, bepaalt dat kan worden afgeweken van de voorschriften van artikel 24, § 2, van het voormeld decreet van 27 juni 1996.