Bien que l'absence, à l'article 532 du Code judiciaire, d'un délai dans lequel la procédure disciplinaire doit être engagée puisse créer chez la personne poursuivie à titre disciplinaire un sentiment d'insécurité juridique, elle n'est pas de nature à limiter ses droits de manière disproportionnée puisque le caractère raisonnable de ce délai devra être apprécié in concreto et être respecté.
Ofschoon de ontstentenis in artikel 532 van het Gerechtelijk Wetboek van een termijn binnen welke de tuchtprocedure moet worden ingesteld, bij de tuchtrechtelijk vervolgde persoon een gevoelen van rechtsonzekerheid kan creëren, is zij niet van dien aard dat zijn rechten op onevenredige wijze worden beperkt vermits de redelijkheid van die termijn in concreto zal dienen te worden beoordeeld en in acht te worden genomen.