31. s'inquiète du comportement réflexe des États membres lorsqu'ils légifèrent dans le domaine de la lutte contre le terrorisme, à savoir qu'ils cèdent souvent à la volonté d'envoyer un signal politique plutôt que de s'interroger de manière sérieuse et scrupuleuse sur ce qu'il est possible et opportun de faire, en ce compris la prise en compte de plus en plus lacunaire des principes de l'état de droit tels que, par exemple, le principe de proportionnalité et la présomption d'innocence;
31. is bezorgd over de automatische reflexen bij de lidstaten als het gaat om wetgeving voor terrorismebestrijding, die hun verlangen om een politiek signaal af te geven vaak de voorrang geven boven een serieuze en zorgvuldige afweging van de grenzen van wat haalbaar en zinvol is, en steeds meer tekortschieten in hun aandacht voor de beginselen van de rechtstaat, zoals het evenredigheidsbeginsel en het vermoeden van onschuld;