En ordre extrêmement subsidiaire, le Gouvernement flamand estime que le fait de garantir de manière éventuellement inégale les droits résultant de la directive invoquée ne constituerait pas encore pour autant une garantie discriminatoire au sens de l'article 11 de la Constitution.
In uiterst ondergeschikte orde meent de Vlaamse Regering dat een mogelijk ongelijke verzekering van de rechten voortvloeiende uit de aangevoerde richtlijn nog geen discriminatoire verzekering is in de zin van artikel 11 van de Grondwet.