Art. 9. Sans préjudice des dispositions de l'article 2, paragraphe 4, le montage d'une installation GNC ou d'un système spécial d'adaptation, à bord d'un véhicule pour lequel aucune homologation par type, en ce qui concerne l'installation de l'équipement GNC, n'a été accordée, doit être effectué par un installateur GNC agréé, selon les dispositions de l'annexe C, et ce conformément aux indications du manuel de montage, s'il s'agit d'un système d'adaptation au GNC.
Art. 9. Onverminderd de bepalingen van artikel 2, paragraaf 4, moet de montage van een cng-installatie of van een speciaal adaptatiesysteem aan boord van een auto waarvoor geen typegoedkeuring betreffende de installatie van de cng-uitrusting werd afgeleverd, worden uitgevoerd door een erkend cng-installateur volgens de bepalingen in bijlage C, en dit conform de aanwijzingen in de montagehandleiding, als het gaat om een cng-adaptatiesysteem.