Art. 30. Par dérogation à l'article 14, § 1, l'agent nommé au grade de commissaire maritime, revêtu auparavant du grade rayé de commissaire (R.29) qui n'est pas titulaire du brevet de capitaine au long cours, est rémunéré dans l'échelle de traitement qui est fixée comme suit :
Art. 30. In afwijking van artikel 14, § 1, wordt de ambtenaar benoemd in de graad van waterschout, voorheen bekleed met de geschrapte graad van waterschout (R.29) die niet in het bezit is van het brevet van kapitein ter lange omvaart, bezoldigd in de weddeschaal die wordt vastgesteld als volgt :