5. répète que la souveraineté du Maroc sur le Sahara occidental n'a jamais été reconnue par le droit international, comme l'a souligné l'avis de la Cour internationale de justice de La Haye en octobre 1975; déclare que le Maroc occupe illégalement le territoire du Sahara occidental et n'a donc aucune souveraineté sur ses ressources naturelles, notamment halieutiques; souligne que, conformément au droit international, les activités de pêche relevant de l'accord de pêche conclu entre l'Union européenne et le Maroc ne sont autorisées que dans des eaux situées au nord du parallèle 27°40'N;
5. herhaalt dat de soevereiniteit van Marokko over de Westelijke Sahara door het internationaal recht nooit is erkend, zoals blijkt uit het advies van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag van oktober 1975; wijst op het feit dat Marokko de Westelijke Sahara illegaal bezet en derhalve geen enkele soevereiniteit heeft over de natuurlijke hulpbronnen ervan, in het bijzonder de visvoorraden; benadrukt dat, overeenkomstig het internationaal recht, de visserijactiviteiten in het kader van de visserijovereenkomst tussen de EU en Marokko alleen zijn toegestaan in wateren ten noorden van 27 º 40 'N;