«3 bis. Un ovin ou un caprin ayant perdu une marque auriculaire est considéré comme appartenant aux animaux déterminés pourvu que l’animal puisse encore être identifié par un premier moyen d’identification conformément à l’article 4, paragraphe 2, point a), du règlement (CE) no 21/2004 du Conseil (7) et à condition que toutes les autres exigences du système d’identification et d’enregistrement des ovins et des caprins soient satisfaites.
„3 bis. Schapen of geiten die een oormerk zijn kwijtgeraakt, worden geacht toch deel uit te maken van de geconstateerde dieren, mits de dieren nog door een eerste identificatiemiddel overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 21/2004 (7) van de Raad kunnen worden geïdentificeerd en aan alle overige eisen van de identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten is voldaan.