25. demande une application souple du Supervisory Review Process (deuxième pilier); estime notamment que des contrôles approfondis sur place ne se justifient que dans le cas d'établissements importants et très complexes; invite la Commission à définir un cadre empêchant une surveillance excessivement envahissante et favorisant le minimum opportun de convergence des pratiques nationales en matière de surveillance;
25. dringt aan op een flexibele implementatie van het "Supervisory Review Process" (zuil 2); is meer bepaald van oordeel dat uitvoerige inspecties ter plaatse alleen gerechtvaardigd zijn voor grote instellingen met een zeer complexe structuur; verzoekt de Commissie een kader uit te werken dat een al te ingrijpend toezicht moet verhinderen en een zinvol minimum aan convergentie van de toezichtspraktijken van de lidstaten bevordert;