En application de la loi du 15 juin 1935 sur l'emploi des langues en matière judiciaire, un magistrat de liaison en matière de jeunesse doit justifier par son diplôme avoir subi les examens de docteur, de licencié ou de master en droit en langue néerlandaise et un magistrat de liaison en matière de jeunesse doit justifier par son diplôme avoir subi les examens de docteur, de licencié ou de master en droit en langue française.
In toepassing van artikel 43bis, § 5, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, moet een verbindingsmagistraat in jeugdzaken aan de hand van zijn diploma aantonen dat hij de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Nederlandse taal heeft aangelegd en moet een verbindingsmagistraat in jeugdzaken aan de hand van zijn diploma aantonen dat hij de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Franse taal heeft aangelegd.