Compte tenu de ce qui précède, la commission, propose à l'assemblée plénière du Sénat, par 10 voix contre 2, de faire savoir dans son avis au Comité de concertation que la Communauté flamande et la Région flamande ne sont pas gravement lésées par le refus de modifier l'article 46 de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, modifié par l'article 10 de la loi du 25 mars 1999.
Gelet op het voorgaande stelt de commissie, met 10 stemmen tegen 2, aan de plenaire vergadering van de Senaat voor om in haar advies aan het Overlegcomité mee te delen dat de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest niet ernstig worden benadeeld door de weigering tot wijziging van artikel 46 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, gewijzigd door artikel 10 van de wet van 25 maart 1999.