Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «matière pénale prévoit simplement » (Français → Néerlandais) :

(44) La proposition de loi modifiant les dispositions du Code pénal et du Code d'instruction criminelle néerlandais relatives aux dépositions des témoins en échange d'une promesse du ministère public (promesses faites aux témoins en matière pénale) prévoit également que la réduction de la peine peut seulement être appliquée à la demande d'un « officier van justitie » (magistrat du ministère public).

(44) Ook in de Nederlandse voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van strafrecht en het Wetboek van strafvordering met betrekking tot verklaringen van getuigen die in ruil voor een toezegging van het openbaar ministerie zijn afgelegd (toezeggingen aan getuigen in strafzaken) wordt bepaald dat de strafvermindering slechts kan worden toegepast op vordering van de officier van justitie.


(44) La proposition de loi modifiant les dispositions du Code pénal et du Code d'instruction criminelle néerlandais relatives aux dépositions des témoins en échange d'une promesse du ministère public (promesses faites aux témoins en matière pénale) prévoit également que la réduction de la peine peut seulement être appliquée à la demande d'un « officier van justitie » (magistrat du ministère public).

(44) Ook in de Nederlandse voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van strafrecht en het Wetboek van strafvordering met betrekking tot verklaringen van getuigen die in ruil voor een toezegging van het openbaar ministerie zijn afgelegd (toezeggingen aan getuigen in strafzaken) wordt bepaald dat de strafvermindering slechts kan worden toegepast op vordering van de officier van justitie.


(5) Ainsi à titre d'exemple, l'article 2, paragraphe 1, (c), de la Convention sur l'entraide en matière pénale prévoit que l'État requis peut refuser d'exécuter une demande s'il estime qu'il existe des raisons sérieuses de croire que la demande a été introduite aux fins d'enquêter, de poursuivre, de punir ou d'engager d'autres procédures à l'égard d'une personne en raison de sa race, son sexe, sa religion, sa nationalité ou ses opinions politiques ou que la situation de cette personne risque d'être aggravée pour l'une ou l'autre de ces raisons.

(5) Zo bijvoorbeeld bepaalt artikel 2, punt 1, (c), van de Overeenkomst inzake wederzijdse rechtshulp dat « de aangezochte Staat kan weigeren een verzoek ten uitvoer te leggen indien hij van oordeel is dat ernstige redenen bestaan om aan te nemen dat het verzoek is ingediend om een onderzoek te kunnen instellen tegen een persoon, deze te kunnen vervolgen of te straffen of andere procedures tegen hem in te stellen op grond van zijn ras, geslacht, godsdienst, nationaliteit of politieke overtuiging, dan wel dat de situatie van de betrokkene dreigt te verslechteren om een van voornoemde redenen».


Enfin, la loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d'identification par analyse ADN en matière pénale prévoit des garanties strictes en ce qui concerne l'obtention, la gestion, l'enregistrement et la suppression des données obtenues, en vue de garantir le droit au respect de la vie privée.

Ten slotte voorziet de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-onderzoek in strafzaken in strikte garanties voor het verkrijgen, het beheren, het opslaan en het verwijderen van de verkregen gegevens teneinde het recht op de persoonlijke levenssfeer te waarborgen.


La loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d’identification par analyse de l'acide désoxyribonucléique (ADN) en matière pénale prévoit déjà le stockage des profils ADN de certaines personnes condamnées dans une banque de données.

De wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via de deoxyribonucleic acid (DNA)-analyse in strafzaken voorziet al in de opslag van DNA-profielen van bepaalde veroordeelde personen in een databank.


Considérant que l'article 36 de l'arrêté royal du 17 juillet 2013 portant exécution de la loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d'identification par analyse ADN en matière pénale et fixant la date d'entrée en vigueur de la loi du 7 novembre 2011 modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d'identification par analyse ADN en matière pénal prévoit que la loi du 7 novembre 2011 modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 22 mars 1999 relative à la pro ...[+++]

Overwegende dat artikel 36 van het koninklijk besluit van 17 juli 2013 tot uitvoering van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-onderzoek in strafzaken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 7 november 2011 houdende wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-onderzoek in strafzaken voorziet dat de wet van 7 november 2011 houdende wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-onderzoek in strafzaken in werking treedt op dezelf ...[+++]


L'arrêté royal d'exécution de la loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d'identification par analyse ADN en matière pénale et fixant la date d'entrée en vigueur de la loi du 7 novembre 2011 modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d'identification par analyse ADN en matière pénale prévoit la mise sur pied d'une cellule nationale.

Het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-onderzoek in strafzaken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 7 november 2011 houdende wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-onderzoek in strafzaken voorziet in de oprichting van een nationale cel.


Concernant l'introduction de la notion de « fraude fiscale grave, organisée ou non » dans le Code pénal, le Conseil d'Etat a observé dans son avis : « Reste à savoir si la modification envisagée peut se concilier avec le principe de légalité en matière pénale, que garantissent notamment les articles 12, alinéa 2, et 14 de la Constitution, 7, paragraphe 1 , de la Convention européenne des droits de l'homme et 15, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques. [...] [...] La possibilité de faire dépendre la peine infligée ou l'incrimination de la gravité d'un comportement introduit un élé ...[+++]

In zijn advies merkt de Raad van State over de invoering van de notie « ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd » in het Strafwetboek op : « De vraag rijst of de voorgenomen wijziging de toets kan doorstaan aan het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel dat onder meer is gewaarborgd bij de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. [...] [...] Door de mogelijkheid van het opleggen van een straf, respectievelijk de strafbaarheid te laten afhangen van de ernst van een gedraging, komt een element van onvoo ...[+++]


En effet, l'article 59 de sa loi sur l'entraide judiciaire internationale en matière pénale prévoit simplement, en termes généraux, que si des dispositions du droit de l'Union imposent une coopération, elles doivent être prises en compte dans l'exercice de pouvoirs discrétionnaires.

In plaats daarvan bepaalt § 59 van het Gesetz über die internationale Rechtshilfe in Strafsachen (wet inzake internationale rechtshulp in strafzaken) slechts in het algemeen dat wanneer EU-regels tot samenwerking verplichten, dit in aanmerking moet worden genomen bij de uitoefening van discretionaire bevoegdheden.


Le point (o) du plan d’action mettant en œuvre le programme de La Haye, de la section «Poursuite de la mise en œuvre du principe de reconnaissance mutuelle» («Coopération judiciaire en matière pénale»), prévoit l’adoption d’une deuxième proposition «complétant» le mandat européen d'obtention de preuves en 2007.

Volgens het actieplan ter uitvoering van het Haags programma (rubriek ‘justitiële samenwerking in strafzaken - voortgezette uitvoering van het beginsel van wederzijdse erkenning’, punt o)) zal in 2007 een tweede voorstel “tot vervollediging” van het Europees bewijsverkrijgingsbevel worden ingediend.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

matière pénale prévoit simplement ->

Date index: 2023-10-10
w